Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh: "Sommigen zijn zo getraumatiseerd dat ze niet meer kunnen praten"
Kate White is noodhulpcoördinator in een Rohingya-vluchtelingenkamp in Bangladesh. Ze beschrijft de hallucinante omstandigheden waarin vele tienduizenden Rohingya proberen te overleven.
“Honderdduizenden mensen zitten hier opeengepakt, op een smal schiereiland, met nauwelijks enige beschutting. Het is in feite een soort enorme sloppenwijk – en één van de ergste sloppenwijken die je je kan voorstellen.
Er zijn nauwelijks latrines, dus mensen spannen zelf een plastic zeil rond vier bamboestokken. Maar de uitwerpselen kunnen nergens naartoe, behalve naar de rivier. Maar diezelfde rivier wordt ook gebruikt om drinkwater te halen. Het is een perfect recept voor een epidemie.”
“Sommige mensen proberen onderdak te maken van samengenaaide kleren. Maar na twee dagen stortbuien en tropische stormen is veel van dat ‘onderdak’, samen met andere bezittingen, gewoon weggespoeld. Het is een verschrikkelijke situatie, je ziet de verwoesting en het gebrek aan eender welke vorm van comfort overal rond je.
Ik kan me alleen maar proberen voorstellen hoe afschuwelijk de situatie moet geweest zijn in dorpen waar zij vandaan komen, als dit is waar ze voor kiezen. Als dit de beste optie is, dan moet de andere echt afgrijselijk zijn.
Ik heb horrorverhalen gehoord van vrouwen die hun echtgenoten verloren terwijl ze hier probeerden te geraken. Ze stappen dagenlang, met hun kinderen, langs overbevolkte wegen met wagens die in beide richtingen rijden. Sommige kinderen zijn doodgereden door wagen. Op één moment wordt de hele toekomst die een gezin probeerde op te bouwen, weggevaagd. Dat is een tragedie op individueel niveau. Vermenigvuldig dat met een half miljoen, en je krijgt een idee van hoe ellendig de situatie hier is.”
Ondervoed en uitgedroogd
“We hebben nu een baby op de afdeling, die zo ondervoed en uitgedroogd is dat we niet goed weten hoe oud ze is. Een vrouw vond haar, achtergelaten bij een grensovergang. We behandelen haar, en ze stelt het elke dag een beetje beter. Maar wat moet er van haar worden?
Ik heb ook verschrikkelijk verhalen gehoord van mensen onderweg. Sommigen lijden aan complexe mentale stoornissen omwille van het extreme geweld dat ze ondergingen. Sommige patiënten kunnen geen woorden meer uitspreken, ze zijn zo getraumatiseerd dat ze niet meer kunnen communiceren. Ze hebben zich teruggetrokken in zichzelf. En het gaat om jonge mensen, die hun hele leven nog voor zich hebben.”
“De twee ziektes die we het meest zien zijn diarree, in verschillende soorten, en uitdroging, wat sterk samenhangt met diarree. Als er zoveel mensen lijden aan zowel diarree als uitdroging, weet je dat er een correlatie is met hygiëne, water en sanitaire voorzieningen.
De mensen vluchten al een hele tijd naar Bangladesh. Nog in oktober vorig jaar kwam er een grote groep vluchtelingen toe, en de lokale gemeenschap was dat nog aan het verwerken. Maar dat was maar een fractie van wat we vandaag zien. We dachten dat we toen aan onze limiet zaten, maar nu hebben we hier vaak 115 patiënten voor zeventig bedden.”
“De meeste patiënten willen niet weggaan als wij hen genezen verklaren. Zelfs het overbevolkte ziekenhuis is een betere plaats om te leven dat wat erbuiten bestaat. Het is moeilijk voor het medisch personeel om kwetsbare mensen terug te sturen naar de erbarmelijke omstandigheden buiten.
De mensen weten wat ze moeten doen, maar ze hebben er de middelen niet voor. Ze kunnen hun handen niet wassen, want er is geen proper water. Ze kunnen niet naar het toilet, want er zijn geen toiletten. En er is geen enkele privacy. Alles wat ze doen, doen ze voor de ogen van een enorme massa mensen.”
“We moeten aan alle basisvoorzieningen tegelijk werken, samen met andere organisatie. Er is geen andere manier om een humanitaire ramp te voorkomen.
Er zijn veel Bangladeshi die graag willen helpen. Maar jammer genoeg pakken al die goede bedoelingen vaak fout uit. Ze verdelen voedsel en kleding vanop een vrachtwagen, dus komen de vluchtelingen aangelopen. Niemand heeft die massa onder controle, dus er ontstaat chaos en paniek en mensen raken gewond. Er is nood aan coördinatie. Verdelingen moeten correct uitgevoerd worden, met oog op de veiligheid van iedereen.
We moeten ook snel zijn. Om in deze fase een béétje fatsoenlijke sanitaire omstandigheden te creëren, hebben we 8.000 latrines nodig – één voor vijftig mensen. Hoe langer we dat uitstellen, hoe groter het risico op de uitbraak van ziektes door besmet water. Elke dag is er nood aan 2 miljoen liter water, om iedereen 5 liter te kunnen geven. Er is nood aan enorme hoeveelheden voedsel en hulpgoederen, om ondervoeding te voorkomen. We hebben nood aan ervaren mensen ter plaatse, zodat de hulp snel opgeschaald kan worden.”
OPTIMISTISCH BLIJVEN
“De getallen zijn enorm, en daar bovenop komt nog een enorme logistieke uitdaging. Er zijn namelijk geen toegangswegen, dus alles moet te voet gebracht worden. Je draagt zoveel je maar kan op je rug, over smalle paadjes, over heuvelig terrein, modderige paadjes op en af. Het is ongelooflijk moeilijk.
De optimist in mij denkt dat het minstens mogelijk is om een aantal heel eenvoudige zaken te realiseren om de situatie te verbeteren. De Rohingya die hier de voorbije weken zijn toegekomen zullen het wellicht nooit zo comfortabel hebben als jij en ik, en zullen misschien zelfs nooit een stevig dak boven hun hoofd hebben. Maar het is mogelijk om het beter en veiliger te maken dan het nu is.”