6 zaken die de farma-industrie voor u wil verbergen
Al decennialang verspreidt de farma-industrie foute informatie om de duizelingwekkende stijging van de prijzen van geneesmiddelen, vaccins en tests te rechtvaardigen. Ze wil die stijging voorstellen als een onvermijdelijke noodzaak, ook al gaat dat ten koste van mensenlevens. In één rapport dat we konden inkijken vragen sommige financiële investeerders uit de farma-industrie zich zelfs af of “patiënten genezen wel een duurzame commerciële strategie is”.
Onze Access Campaign strijdt al 20 jaar lang voor betaalbare en efficiëntere geneesmiddelen. Wij vinden dat de gezondheid van mensen belangrijker is dan winstbejag, en ijveren voor een grotere transparantie in onderzoek en ontwikkeling (R&D). We ontkrachten graag enkele argumenten die de farmaceutische bedrijven gebruiken om de dodelijke hoge prijzen in stand te houden.
1. Nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen kost veel minder dan ze beweren
De grote farmagroepen blazen de ontwikkelingskosten voor nieuwe geneesmiddelen kunstmatig op, om hun hoge prijs te rechtvaardigen, door bijvoorbeeld ‘opportunistische kosten’ of ‘niet-onderzoeksgebonden activiteiten’, zoals de kosten voor de overname van een ander bedrijf, te classificeren als R&D-kosten.
Terwijl de grote farmaceutische laboratoria vaak beweren dat de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel tussen 2 en 3 miljard dollar kost, liggen andere, betrouwbare ramingen minstens tien keer lager, tussen 100 en 200 miljoen dollar.
2. U betaalt twee keer om toegang te krijgen tot uw geneesmiddelen
De privélaboratoria gebruiken gratis het publieke onderzoek dat verricht wordt in universitaire en overheidslaboratoria, gefinancierd door de belastingbetaler. Aan deze laboratoria danken we de meeste nieuwe geneesmiddelen en technologische vernieuwingen op gezondheidsvlak.
Privébedrijven van hun kant profiteren van belastingkredieten en andere financiële stimulansen om de risico’s van hun investeringen in onderzoek te verkleinen, waardoor ze nadien de verkregen producten kunnen privatiseren en patenteren. Vervolgens factureren ze hoge prijzen aan de belastingbetalers en aan de overheid, terwijl die dus al hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van deze geneesmiddelen.
3. De farma-industrie innoveert weinig
Ongeveer twee derde van de nieuwe geneesmiddelen die op de markt komen, verschillen in niets van de bestaande geneesmiddelen. De farmabedrijven stoppen meer energie in de ontwikkeling van ‘imitatiegeneesmiddelen’ dan in het onderzoek naar echte therapeutische vooruitgang.
4. Patenten worden voortdurend uitgebreid, zonder echte wetenschappelijke reden
Een bekende tactiek van de farmabedrijven bestaat erin om hun patenten voortdurend te verlengen, door nieuwe patenten te neer te leggen voor elke kleine wijziging aan bestaande geneesmiddelen. Op die manier verlengen ze hun monopolie en verhinderen ze de productie van betaalbare generische geneesmiddelen.
5. De grote farmagroepen intimideren de ontwikkelingslanden
De farmagroepen hebben al herhaaldelijk druk uitgeoefend op of juridische dwangmaatregelen genomen tegen lage en middeninkomenslanden zoals India, Zuid-Afrika, Thailand, Brazilië, Colombia en Maleisië. De groepen proberen met de hulp van sommige rijke landen de internationale handelsregels te beïnvloeden in hun voordeel, meestal ten koste van de volksgezondheid.
6. De grote farmagroepen stoppen meer in hun zak dan ze herinvesteren
Farmagroepen beweren dat ze veel winst moeten maken om hun R&D en innovatie te kunnen financieren. In werkelijkheid geven ze echter meer uit aan verkoop, marketing en de aankoop van aandelen, om te speculeren en de waarde van hun aandelen te doen stijgen, dan aan R&D.