Ebola in Oeganda: "We zullen nooit de hele epidemiologische puzzel kennen".
Vrijdag 09 december 2022
Het is 23 dagen geleden dat de laatste bevestigde ebolapatiënt in Oeganda werd gemeld: een doodgeboren baby van een moeder die de ziekte overleefde. AZG reageert op de Soedanese ebola-variant door behandelcentra op te zetten en het Oegandese ministerie van Volksgezondheid te ondersteunen bij het beheer van patiënten in deze faciliteiten. Daarnaast voeren we outreach-activiteiten uit met het oog op gezondheidsbevordering en beschermingsmaatregelen.
Wat epidemiologen doen om ebola-uitbraken in te dammen
Tijdens een uitbraak documenteren epidemiologen elke patiënt en zijn contacten om ze qua tijd en ruimte te kunnen volgen, zodat het algemene inzicht in de verspreiding van de epidemie zo volledig mogelijk is. Het werk omvat het verzamelen van gegevens, het maken van kaarten en epidemiologische curves, die allemaal helpen om de interventieteams van AZG dagelijks te informeren. De geschiedenis van elke ebolaviruspatiënt moet diepgaand worden onderzocht. Zo kunnen we verbanden leggen met eerdere patiënten. Op basis van eerdere verplaatsingen en contacten van de betrokkene, voorzien we waar de ziekte zich zou kunnen verspreiden.
Epidemiologen streven er ook naar de context te begrijpen en kwalitatieve gegevens te verzamelen over hoe de gemeenschap aankijkt tegen preventiemaatregelen en het beleid om op uitbraken te reageren. Het is door het begrijpen en interpreteren van deze informatie op mondiaal niveau dat AZG het Oegandese ministerie van Volksgezondheid kan ondersteunen.
De kern van deze medische interventies wordt gevormd door Denis Ardiet, die werkt voor Epicentre, de afdeling epidemiologie van AZG. Hij coördineert momenteel een team van zeven epidemiologen die betrokken zijn bij de huidige ebola-interventie in Oeganda. Zijn taak bestaat erin de epidemiologische situatie en de mogelijke scenario's van deze epidemie grondig te analyseren om de interventies van AZG en het Oegandese ministerie van Volksgezondheid te verbeteren.
Om ons een beter inzicht te geven in de toestand van het virus in Oeganda en de reactie van AZG om de verspreiding ervan tegen te gaan, beantwoordt Denis Ardiet drie vragen.
Wat is de huidige trend van de epidemie in Oeganda?
We zagen twee grote pieken tijdens de epidemie. De eerste was in september, in het district Mubende, het eerste epicentrum van de epidemie. Een andere volgde in het naburige district Kassanda. Terwijl de gevallen in deze twee districten alleen al 80% uitmaken van alle tot dusver in deze epidemie ontdekte gevallen, zijn negen districten in het land getroffen. Historisch gezien is dit de grootste geografische verspreiding van ebola waarmee Oeganda ooit te maken heeft gehad.
Na een sterke toename van het aantal gevallen in oktober (86 gevallen in 4 weken) is de epidemie de laatste weken vertraagd wat betreft het aantal nieuwe bevestigde gevallen (14 gevallen in 4 weken in november). Het baart ons echter grote zorgen dat verschillende gevallen van ebola geen verband houden met een bekende transmissieketen. Dit betekent dat zij de infectie opliepen uit een onbekende bron op het moment dat zij werden ontdekt. Wat maakt dat deze gevallen niet werden voorspeld zoals het geval had moeten zijn dankzij de tracering van de contacten en de follow-up.
Het traceren van contacten is uiterst belangrijk voor de bestrijding van een uitbraak. Als we alle mensen die in contact zijn geweest met een bevestigd geval tijdig identificeren, kunnen we hun gezondheid in het oog houden en hen helpen zich snel te laten behandelen in de juiste gezondheidsinstelling indien zich ebola-gerelateerde symptomen voordoen. Toch werd volgens gegevens van het ministerie van Volksgezondheid slechts ongeveer 64% van de mensen die een risicocontact hadden aanvankelijk opgevolgd. Dit wijst op lacunes voor dit cruciale aspect van de respons. Hoewel de algemene epidemiologische trend nu positief is, blijven wij bezorgd en waakzaam over wat er nog kan gebeuren.
Wat zijn de mogelijke toekomstscenario's?
Er is niet één mogelijke uitkomst. Alles is nog mogelijk.
Het eerste scenario is dat de neerwaartse trend zich voortzet en er geen nieuwe gevallen meer zijn naarmate het einde van de epidemie nadert. Het tweede scenario is dat hier en daar nieuwe gevallen opduiken, misschien in verschillende districten. Het derde scenario ten slotte is dat er een toename is van het aantal nieuwe gevallen en een nieuwe piek qua overdrachten in de maak is.
Al deze verschillende scenario's vereisen gelijklopende operationele interventies van AZG en het Ministerie van Volksgezondheid, waarmee wij nauw samenwerken. Wij zijn sterk afhankelijk van hun gegevens, vooral omdat wij zelf geen laboratoriumtests of casusonderzoeken uitvoeren. We werken aan een gemeenschappelijk toezicht op de gezondheid, wat cruciaal is voor de interventies.
Welke inspanningen zijn nodig?
Hoe AZG de Oegandese gezondheidsautoriteiten het best kan steunen, hangt af van de huidige behoeften. We moeten beoordelen wat het meest zinvol is en we zouden kunnen kiezen voor een kleinschaliger aanpak met snellere teams. Dit zou een meer gemeenschapsgerichte aanpak kunnen zijn, dichter bij de plaats waar de patiënten wonen, in plaats van het opzetten van grote behandelingscentra in de districten.
Het is ook van essentieel belang ervoor te zorgen dat de niet-Ebola-zorg in de getroffen gebieden wordt voortgezet en dat malariagevallen curatief en preventief worden behandeld, aangezien de eerste symptomen van ebola en malaria vergelijkbaar zijn. Wij helpen het ministerie van Volksgezondheid bij het opbouwen van opsporings- en isolatiecapaciteit van gevallen in bestaande gezondheidscentra. Zo kunnen zij snel reageren op eventuele nieuwe waarschuwingen of gevallen en het risico van verdere verspreiding snel beperken. Op gemeenschapsniveau houdt het ministerie van Volksgezondheid toezicht om ervoor te zorgen dat er geen voortdurende overdracht is. Waakzaamheid blijft geboden en al deze inspanningen worden voortgezet totdat de epidemie officieel voorbij is verklaard - na 42 dagen zonder nieuwe gevallen, of twee keer de incubatietijd van de 21 dagen van het ebolavirus.
Het is altijd moeilijk het einde van een epidemie te voorspellen, omdat we te maken hebben met het onbekende. We zullen nooit de hele epidemiologische puzzel kennen en we kunnen er alleen voor zorgen dat we zoveel mogelijk relevante informatie verzamelen.