Syrische gewonden komen aan in Jordanië
Elke dag steken Syriërs de Jordaanse grens over. Ze brengen enkele dagen door in transitkampen, waar een dokter van Artsen Zonder Grenzen geregeld gaat kijken of er gewonden zijn die verzorging nodig hebben. In de Jordaanse hoofdstad Amman kunnen die vluchtelingen vervolgens door een team van Artsen Zonder Grenzen geopereerd worden.
M. is ‘s nachts met zijn gezin de grens overgestoken. Ze komen van Homs, in het westen van Syrië, en hebben een lange reis achter de rug. Samen met zijn zeven maanden zwangere vrouw en vier kinderen, heeft hij eerst de bus tot Damas en daarna een taxi genomen die anderen voor hem hebben betaald. Het laatste deel van het traject, om de grens over te steken, hebben ze te voet afgelegd. Nu wachten ze in het kamp van Bechabche in Ramtha. Zodra iemand zich over hen ontfermt, kunnen ze vertrekken en zich in Amman vestigen. De Jordaanse hoofdstad ligt slechts 70 km verder.
M. hoopt dat hij zich kan laten verzorgen. Een maand geleden werd hij in Homs tegengehouden door de veiligheidstroepen en kreeg hij een kogel in de linkerzij. Sindsdien doet zijn heup erg veel pijn. In het verzorgingscentrum waar hij heen was gegaan, kon het medisch personeel enkel simpele zorg toedienen. “Als de kogel je lichaam heeft verlaten, maken ze de wonde schoon”, legt hij uit. “Maar als de kogel nog in je lichaam zit, laten ze hem zitten, omdat ze niet de middelen hebben om die te verwijderen. Bij mij hebben ze de wonde schoongemaakt. Ik ben daar maar een half uur gebleven, want het is te gevaarlijk om er lang te blijven. Daarna heb ik geen andere verzorging meer gekregen”, legt hij uit aan Dr. Mohamed van Artsen Zonder Grenzen.
Oude wonden
De dokter van Artsen Zonder Grenzen is uit Amman gekomen om te kijken of er gewonden zijn bij de vluchtelingen die net aangekomen zijn en of ze op de afdeling orthopedische chirurgie moeten worden behandeld. Artsen Zonder Grenzen heeft een gespecialiseerd chirurgisch team dat in een ziekenhuis in de Jordaanse hoofdstad actief is. De vluchtelingenkampen in Ramtha zijn eerder transitkampen waar de Syrische vluchtelingen meestal niet lang blijven. Dus gaat Dr. Mohamed om de twee à drie dagen in de kampen langs. Aan M. en de andere gewonden die hij die dag ziet, geeft hij zijn telefoonnummer zodat ze hem kunnen bellen zodra ze in Amman aankomen en ze op consultatie willen komen.
“De gewonden die we hier zien, hebben in Syrië al snelle verzorging gekregen”, merkt de dokter van Artsen Zonder Grenzen op. “Meestal hebben ze verwondingen die al enkele weken of maanden oud zijn. Zwaargewonden die nog in Syrië zijn, geraken niet tot hier.”
Jonge mannen
Er zijn nog andere gevallen, zoals X., een jongen van 25 jaar. Hij toont zijn rug die vol staat met paarse striemen. Ook zijn armen vertonen verwondingen van slagen met rubberen kabels. Hij werd aangehouden toen hij deelnam aan een manifestatie in Deraa en vertelt dat hij gefolterd werd in de gevangenis, waar hij 17 dagen verbleef. Daarna werd hij naar Damas overgebracht. Het konvooi werd echter aangevallen door het ASL (Armée syrienne libre), waardoor hij kon ontsnappen en richting Jordanië vluchten.
In een ander kamp in Ramtha, dat in een stadion werd opgezet, zitten enkel jonge mannen, onder wie sommigen gewond zijn. Een van hen loopt met een kruk. Hij kreeg een kogel in het linkerbeen en liep zo een open beenbreuk op. Een ander kreeg een kogel recht in het gezicht. Hij verloor zijn rechteroog en hield er een meervoudige kaakbreuk aan over. Hij kan zijn mond niet meer normaal openen.
Voor al die jonge gewonden heeft Dr. Mohamed dezelfde boodschap. Ze kunnen in Amman op consultatie komen bij een chirurg van Artsen Zonder Grenzen, die zal onderzoeken of een operatie mogelijk is.
Steeds meer Syriërs
In het begin hield het team van Artsen Zonder Grenzen in Amman zich enkel bezig met reconstructieve chirurgie om slachtoffers van geweld uit Irak, Libië en Jemen te verzorgen. Maar sinds de opstand in Syrië is uitgebroken, komen er steeds meer Syriërs met schotwonden aan. Artsen Zonder Grenzen heeft haar orthopedisch chirurgisch team dus versterkt om verwondingen aan de bovenste en onderste ledematen te opereren. Elke week onderzoekt een chirurg hier 5 tot 10 patiënten. Gemiddeld één op drie moet een orthopedische operatie ondergaan. Een ander derde heeft kinesitherapeutische zorg nodig, en het laatste derde van de patiënten moet zeker worden opgevolgd. Zo worden er regelmatig röntgenfoto's genomen om te zien hoe hun breuken evolueren.